Examples of using "Eintrittskarte" in a sentence and their dutch translations:
Vergeet je ticket niet.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.
- Vergeet je ticket niet.
- Vergeet uw ticket niet.
Mag ik de tijdelijke tentoonstelling bezoeken met dit ticket?
- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Geeft u mij een kaartje voor de voorstelling van zeven uur, alstublieft.