Examples of using "Kauft" in a sentence and their dutch translations:
Wie koopt er?
Koop fruit!
Jullie kopen.
Hij koopt brood.
Tom koopt brood.
Ze koopt brood.
Hij koopt kleding.
Hij koopt sigaretten.
Ze koopt sigaretten.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Ze koopt eten.
Maria koopt geen brood.
Ze koopt een computer.
De jongen koopt een hond.
Hij kocht een paar schoenen.
Hij koopt een oude hoed.
Ze koopt alleen tweedehands kleding.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Tom koopt en verkoopt auto's.
Wie koopt dit soort kunst?
Toms moeder koopt nog zijn kleren.
Hij koopt bloemen voor zijn vriendin.
- Tom koopt alleen eieren van scharrelkippen.
- Tom koopt alleen scharreleieren.
Ze koopt boeken in de boekwinkel.
Peter koopt altijd zijn kleren van het rek.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
Tom koopt iedere morgen ovenverse broodjes in die broodjeszaak.
Ik heb een echt belangrijk boek geschreven maar geen hond koopt het.
- Waar koop je groenten?
- Waar kopen jullie groenten?
- Waar koopt u groenten?
Het is jammer dat we geen wonderen kunnen kopen, net zoals we aardappelen kopen.
Koop alsjeblieft een tube tandpasta.