Examples of using "Burg“" in a sentence and their dutch translations:
Het kasteel wordt belegerd.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Het kasteel kijkt uit over de stad.
Wat een mooi kasteel!
Mijn thuis is mijn kasteel.
Het oude kasteel is in een trieste staat.
Er is een oud kasteel aan de voet van de berg.
Het huis van een Engelsman is zijn kasteel.
Het kasteel is aan de andere kant van de rivier.
Boven op de bergkam bevindt zich een oude burcht.