Examples of using "Bricht" in a sentence and their dutch translations:
Het breekt!
- De dag begint.
- De dag breekt aan.
- Tom breekt nooit zijn beloftes.
- Tom houdt zich altijd aan zijn woord.
Dat was hartverscheurend.
Hij breekt nooit zijn beloftes.
Zij jankt zelden.
Meneer Yoshida breekt nooit zijn belofte.
Hij vertrekt morgen naar Peru, nietwaar?
De dageraad komt eraan.
Anders breekt hij en val jij naar beneden.
De kruik gaat zo lang te water tot ze barst.
- De kruik gaat zo lang te water, tot zij breekt.
- De kruik gaat zo lang te water, tot ze barst.
Iedereen weet dat hij de laatste zou zijn om een belofte te breken.
Hij weet de wet te overtreden, zonder daarbij gepakt te worden.
Het zal vlug dag worden.
Wanneer de gletsjer de zee bereikt, dan breekt er met een grote doffe donderslag een gigantische sneeuwblok af, valt in zee, en creëert zo een ijsberg.