Translation of "Blieben" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Blieben" in a sentence and their dutch translations:

Alle blieben.

Iedereen bleef.

Taktischer Instinkt hervorragend blieben.

tactisch instinct uitstekend bleven.

Zwei Probleme blieben ungelöst.

Twee problemen bleven onopgelost.

Sie blieben gute Freunde.

Ze bleven goede vrienden.

Die Kartoffeln blieben heiß.

De aardappelen bleven warm.

- Sie blieben zuhause, weil es regnete.
- Sie blieben im Haus, da es regnete.

Zij bleven thuis omdat het regende.

Er und ich blieben im Hotel.

Hij en ik verbleven in het hotel.

- Sie blieben Freunde.
- Sie sind Freunde geblieben.

Ze bleven vrienden.

Da es regnete, blieben wir zu Hause.

We bleven thuis omdat het regende.

Wir blieben in einem Hotel am See.

We verbleven in een hotel bij het meer.

Die Buspreise blieben zwei Jahre lang unverändert.

De busprijzen zijn al twee jaar hetzelfde gebleven.

Die Stiefel der Soldaten blieben im Schlamm stecken.

De laars van de soldaat bleef zitten in de modder.

Toms Eltern blieben nur um der Kinder willen zusammen.

Toms ouders bleven alleen samen ter wille van de kinderen.

Statt an Land zu gehen, blieben wir auf dem Schiff.

In plaats van van boord te gaan, bleven we op het schip.

- Wir sind drei Monate lang dort geblieben.
- Wir blieben dort drei Monate.

We zijn daar drie maanden gebleven.

Drei Dinge blieben uns vom Paradiese: die Sterne, die Blumen und die Kinder.

Drie dingen zijn ons uit het paradijs overgebleven: de sterren, de bloemen en de kinderen.

Napoleon in der Nähe von Wien anzuschließen . Aber in der großen Schlacht von Wagram blieben seine Truppen in Reserve,

Napoleon bij Wenen te voegen . Maar bij de grote slag bij Wagram bleven zijn troepen in de reserve,

Nach der Scheidung meiner Eltern zog mein Vater in die damalige Karl-Marx-Stadt, und wir blieben in Leipzig.

Na de scheiding van mijn ouders, verhuisde mijn vader naar de toenmalige Karl-Marx-Stadt, en wij bleven in Leipzig.

- Wenn ein Mann elf Schafe hat und alle außer neun sterben, wie viele Schafe bleiben ihm?
- Wenn ein Mann elf Schafe hätte und alle außer neun stürben, wie viele Schafe blieben ihm?

Als een man elf schapen had en alle behalve negen stierven, hoeveel schapen zou hij dan nog hebben?