Examples of using "übernachteten" in a sentence and their dutch translations:
- We bleven tijdens de nacht in Hakone.
- We overnachtten in Hakone.
- We brachtten de nacht door in Hakone.
- We overnachtten in een goedkoop hotel.
- We hebben in een goedkoop hotel overnacht.
We overnachtten in een goedkoop hotel.
- We bleven tijdens de nacht in Hakone.
- We overnachtten in Hakone.
- We brachtten de nacht door in Hakone.
We hebben in een goedkoop hotel overnacht.