Examples of using "Vendez" in a sentence and their dutch translations:
Wat verkoopt u?
- Verkopen!
- Verkoop het!
- Verkopen!
- Verkoop het!
- Verkopen!
- Verkoop het!
Wat verkoopt u?
Verkoopt u wekkers?
- Verkoopt u wijn?
- Verkopen jullie wijn?
Verkoopt u sportschoenen?
Zijn hier bureaulampen te koop?
Verkoopt u mineraalwater?
- Omdat je het verkoopt.
- Omdat u het verkoopt.
- Omdat jullie het verkopen.
Dat is leuk als je albums of kleding verkoopt.
Je verkoopt je ziel.