Examples of using "Soûl" in a sentence and their dutch translations:
Hij is dronken.
Hij is dronken.
Hij is dronken.
Ik ben dronken.
Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.
Hij was te dronken om naar huis te rijden.
Hij was een beetje dronken.
Tom deed het toen hij dronken was.