Examples of using "Ravi" in a sentence and their dutch translations:
- Tom is opgetogen.
- Tom is verheugd.
Tom was dolgelukkig.
Ik zal haar met plezier helpen.
Hij zou blij zijn dat te horen.
Aangenaam kennis te maken.
Aangenaam kennis te maken.
Tom was dolgelukkig.
Aangenaam kennis te maken.
- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.
kan ik jullie enthousiast en vol trots vertellen
- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Aangenaam.
- Aangenaam kennis met je te maken.
Ik zou blij zijn als je kwam.
- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Prettig met u kennis te maken!
Blij u te leren kennen, Ken.
Ik ben heel blij u te ontmoeten.
Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.
Prettig kennis met je te maken.
Ik ben blij je eindelijk gelukkig te zien.
- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Prettig met u kennis te maken!
- Ik ben blij je te zien.
- Blij u te zien.
- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Aangenaam.