Examples of using "Habitait" in a sentence and their dutch translations:
Tom woonde vroeger in Boston.
Ze woonde daar vroeger.
Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.
Tom woonde in Lyon tijdens de oorlog.
Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.
Hij woonde daar helemaal alleen.
Toen Tom klein was, raakte hij geobsedeerd door een meisje dat bij hem aan de overkant van de straat woonde.