Examples of using "Fermier" in a sentence and their dutch translations:
Hij wilde boer worden.
Tom wilde een boer worden.
denk ik aan scharrelkippen.
Ze leende een zaag van die pachter uit.
"Spreek niet zo dom!" zei de boer.
De boer verkoopt zijn boerenbrood op de markt.
Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.
Hij kocht eieren en melk van een boer.
De volgende dag berijdt de zoon van de boer een van de wilde paarden
Dit is Wes Jackson, een boer waar ik wat tijd mee doorbracht in Kansas.