1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Divorcer

Translation of "Divorcer" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Divorcer" in a sentence and their dutch translations:

- Je préférerais divorcer.
- Je préfère divorcer.

Ik zou liever scheiden.

Je veux divorcer.

Ik wil scheiden.

Il veut divorcer.

- Hij wil een echtscheiding.
- Hij wil scheiden.

Je préférerais divorcer.

Ik zou liever scheiden.