Examples of using "Chine " in a sentence and their dutch translations:
Hij is teruggekomen uit China.
Ik hou erg veel van China.
Ik vind China leuk.
China, India, Afrika.
Ik kom uit China.
Hij is teruggekomen uit China.
Vind je China leuk?
Deze traditie is ontstaan in China.
Meneer Wang komt uit China.
Hij is teruggekomen uit China.
Hij is teruggekomen uit China.
Facebook is geblokkeerd in China.
Deze traditie is ontstaan in China.
Hij schreef een boek in China.
moeten in door de regering gerunde fabrieken in China
In China wordt het internet streng gecontroleerd.
China, India, Pakistan.
In China leert men ook Engels.
Je studeert Chinese geschiedenis.
Dit boek gaat over China.
Papier is uitgevonden in China.
Mijn ouders komen uit China.
- Ik kom uit China.
- Ik kwam uit China.
Waar is de Chinese ambassade?
Ik zal de volgende week naar China reizen.
- Mijn vader ging naar China.
- Mijn vader is naar China gegaan.
Ik heb nog een vriend in China.
China is een enorm land.
Chili is geen China.
China is een opkomende markt.
Het coronavirus is in China ontstaan.
wie schudde China en India wakker?
Dat geldt ook voor India en China.
Thee werd geïntroduceerd vanuit China.
Reuzenpanda's komen alleen in China voor.
China heeft meer dan een miljard inwoners.
- Ach! Mijn vader gaat naar China.
- Ach! Papa gaat naar China.
China wordt "Zhongguo" genoemd in het Chinees.
Peking is de hoofdstad van China.
China is rijk aan natuurlijke grondstoffen.
Hij schreef een boek in China.
Hij schreef een boek in China.
Papier is uitgevonden in China.
Dit plastic eekhoorntje werd in China gemaakt.
Japan heeft diplomatieke betrekkingen met China.
efficiënt vervoer van Brazilië tot China;
China trad toe tot de Wereldhandelsorganisatie.
Hij heeft een boek geschreven over China.
Ik ben naar Japan gekomen vanuit China.
Ik ben te voet gekomen door China.
China is groter dan Japan.
Deze vrouw komt uit China. Ze spreekt Chinees.
China is het grootste land in Azië.
Taiwan is geen deel van China.
De kunstenaar tekende met Chinese inkt.