Examples of using "Calmer" in a sentence and their dutch translations:
Probeer te kalmeren.
Probeer te kalmeren.
en om angst te verminderen.
Probeer jezelf te kalmeren!
Probeer uzelf te kalmeren!
- Hij moet kalm worden.
- Hij moet zich beheersen.
- Ze moet kalm worden.
- Zij moet kalm worden.
- Ze moet zich beheersen.
- Zij moet zich beheersen.
- Ze zou zich moeten kalmeren.
- Zij zou zich moeten kalmeren.
- Ze zou zich moeten beheersen.
- Zij zou zich moeten beheersen.
- Ze zouden ongetwijfeld zijn oorlogszuchtige uitbarstingen terugdringen.
- Zij zouden ongetwijfeld zijn oorlogszuchtige uitbarstingen terugdringen.
De ouders slaagden er in hem te kalmeren.
maar het helpt bij pijnvermindering...