Examples of using "Ymmärrän" in a sentence and their dutch translations:
Dat begrijp ik.
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Ik snap het!
- Oké.
- Ik begrijp dat wel.
- Dat begrijp ik.
Ik begrijp jullie.
- Ik begrijp uw taal.
- Ik begrijp jouw taal.
- Ik begrijp jullie taal.
- Aha.
- Ik snap het.
- Ik begrijp uw taal.
- Ik begrijp je taal.
Ik begrijp het.
- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.
Ik begrijp wat je zegt.
- Ik begrijp je taal.
- Ik begrijp jouw taal.
Nu begrijp ik het.
Hoe meer je het boek leest, hoe minder je het zal verstaan.
- "Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer opraapte en zag.
- "Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer en zaag opraapte.
Ik weet het.