Examples of using "Leikkii" in a sentence and their dutch translations:
Tom speelt buiten.
Mijn zusje speelt met poppen.
Enkele kinderen zijn op het gras aan het spelen.
De kat speelt met de kinderen.
Tom speelt met Maria's kat.
- Hij speelt hier.
- Hij is hier aan het spelen.
- Hij speelt daar.
- Daar speelt hij.
- Tom speelt met zijn zoon.
- Tom is met zijn zoon aan het spelen.