Examples of using "Huolta" in a sentence and their dutch translations:
Je moet op je hond letten.
Je moet voor je dierbaren zorgen.
Drink genoeg!
Tenzing hield me hier.
Tom verzorgt de vogels goed.
Je moet voorzichtig zijn geen verkoudheid op te lopen.
Later zal ik voor mijn ouders zorgen.
Hij kan niet voor zichzelf zorgen.
- Zorg voor jezelf.
- Pas goed op jezelf.
- Zorg goed voor jezelf.
- Wees voorzichtig.
- Hou je haaks.
Laat het verleden achter je en zorg je maar voor het heden.
- Pas goed op jezelf!
- Wees voorzichtig!
- Hou je haaks.
Bemoei je met je eigen zaken!
Maak je geen zorgen.
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.
Bemoei je met je eigen zaken.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.