Translation of "Watching" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Watching" in a sentence and their dutch translations:

- You are watching.
- You're watching.

- Je bent aan het kijken.
- Jullie zijn aan het kijken.
- U bent aan het kijken.

- They are watching.
- They're watching.

Zij zijn aan het kijken.

- We are watching.
- We're watching.

We kijken.

- Everyone's watching.
- Everyone is watching.

Iedereen is aan het kijken.

- Tom's watching.
- Tom is watching.

Tom kijkt.

- The whole world is watching.
- Everyone's watching.
- Everyone is watching.

De hele wereld kijkt toe.

- I'm watching TV.
- I'm watching television.

- Ik kijk tv.
- Ik kijk naar de televisie.

- Someone is watching you.
- Somebody's watching you.
- Somebody is watching you.

- Iemand houdt u in de gaten.
- Iemand houdt je in de gaten.

Everyone's watching.

Iedereen is aan het kijken.

Who's watching?

- Wie kijkt er?
- Wie zit er te kijken?

I'm watching.

Ik kijk toe.

- We are watching TV.
- We're watching TV.

We zijn tv aan het kijken.

- He is watching TV.
- He's watching TV.

Hij kijkt tv.

- What are you watching?
- What're you watching?

Waar kijk je naar?

- Tom is watching TV.
- Tom is watching television.

Tom kijkt tv.

- Someone is watching you.
- Someone is watching us.

- Iemand houdt u in de gaten.
- Iemand houdt je in de gaten.

- We're watching a movie.
- We're watching a film.

We kijken een film.

Who's watching it?

Wie kijkt ernaar?

Mennad is watching.

- Mennad is aan het kijken.
- Mennad kijkt toe.

Tom kept watching.

Tom bleef kijken.

- Tom is always watching television.
- Tom is always watching TV.

Tom kijkt altijd tv.

- My little brother is watching TV.
- My brother is watching TV.
- My younger brother is watching TV.

Mijn broer is naar tv aan het kijken.

Mary likes watching TV.

Maria kijkt graag tv.

Watching TV is fun.

Tv-kijken is leuk.

They were watching television.

Zij keken tv.

Grandma likes watching TV.

- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.

Somebody is watching me.

Iemand houdt me in de gaten.

Tom is watching golf.

Tom kijkt naar het golfspel.

Children like watching television.

Kinderen houden van tv-kijken.

Are you watching carefully?

- Kijkt u aandachtig?
- Kijk je aandachtig?
- Kijken jullie aandachtig?

I like watching TV.

Ik hou van tv-kijken.

I'm watching figure skating.

Ik kijk naar kunstschaatsen.

I like watching movies.

Ik kijk graag naar films.

I'm watching a movie.

Ik kijk een film.

Because they're watching television.

- Omdat zij teevee aan het kijken zijn.
- Omdat ze naar de televisie zitten te kijken.

He is watching TV.

Hij kijkt tv.

Tom was watching TV.

Tom was tv aan het kijken.

We're watching a movie.

We kijken een film.

Tom enjoys watching TV.

Tom kijkt graag tv.

What are you watching?

Waar kijk je naar?

I wasn't watching you.

- Ik keek niet naar jou.
- Ik was niet naar jou aan het kijken

No one's watching me.

Niemand kijkt naar mij.

Tom is watching television.

- Tom kijkt tv.
- Tom kijkt televisie.

You should be watching.

Je zou moeten kijken.

- Grandmother takes great delight in watching television.
- Grandma likes watching TV.

- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.

- I grew up on watching Pokémon.
- I grew up watching Pokemon.

Ik ben met Pokémon opgegroeid.

- Watching TV, I fell asleep.
- I fell asleep while watching TV.

Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.

- My little brother is watching TV.
- My younger brother is watching TV.
- My little brother is watching television.

Mijn jongere broertje is televisie aan het kijken.

- Watching TV, I fell asleep.
- I fell asleep while watching TV.
- I fell asleep while I was watching TV.

Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.

- I was watching TV then.
- I was watching television at the time.

Ik keek toen tv.

- My little brother is watching TV.
- My younger brother is watching TV.

Mijn broertje kijkt tv.

- My little brother is watching TV.
- My little brother is watching television.

- Mijn jonge broer kijkt tv.
- Mijn broertje kijkt tv.
- Mijn broertje is tv aan het kijken.

- Stop watching TV and start studying!
- Stop watching TV and start studying.

Stop met tv kijken en ga studeren!

Most people like watching TV.

De meeste mensen kijken graag televisie.

He wasn't watching TV then.

Hij keek toen geen televisie.

I like watching Code Lyoko.

Ik kijk graag naar Code Lyoko.

I enjoy watching children play.

Ik kijk graag naar spelende kinderen.

This movie is worth watching.

Deze film is het zien waard.

My grandmother loves watching TV.

Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.

You never know who's watching.

Je weet maar nooit wie er kijkt.

She caught me watching porn.

Ze verraste me toen ik porno aan het kijken was.

- I was watching.
- I looked.

Ik keek.