Examples of using "Violence" in a sentence and their dutch translations:
We houden niet van geweld.
- We houden niet van geweld.
- We verwerpen geweld.
We verafschuwen geweld.
We houden niet van geweld.
We verwerpen geweld.
De geschiedenis, het geweld,
ondanks het ongekende politiegeweld,
Het geweld nam daarna snel toe.
Zoek geen uitweg in geweld.
en soms zelfs geweld.
We houden niet van geweld.
- We hebben van jullie geweld geleerd.
- We hebben geweld van jullie geleerd.
Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.
Vergeet niet, gesprekken beëindigen geweld,
Geweld op school is een groot probleem.
- De mensen hadden de buik vol van geweld.
- Het volk had de buik vol van het geweld.
Het geweld hield twee weken aan.
Kan men geweld goedpraten?
Er is geweld en chaos in de straten.
De protesteerders werden beschuldigd van aanzetting tot geweld.
is er zoveel geweld over ons land gespoeld,
de mentaliteit die zulk geweld mogelijk maakt, is dezelfde.
De politie was niet in staat om dergelijk geweld het hoofd te bieden.
Ik kan zijn geweld niet meer verdragen.
Dus wat vertelt dit ons over politiek geweld?
Vrede is niet de afwezigheid van geweld maar de aanwezigheid van rechtvaardigheid.
Waar hij ook was, hij onderwees liefde, geduld en vooral geweldloosheid.
Een overwinning behaald met geweld is evenveel waard als een nederlaag, want ze is maar tijdelijk.
Geweld tegen vrouwen is wereldwijd een van de meest voorkomende mensenrechtenschendingen.
Koreaanse psychiatrische ziekenhuizen zijn vergeleken met concentratiekampen. Er wordt gezegd dat patiënten worden behandeld als dieren, onderworpen aan geweld en mishandeling in plaats van therapie.
Er zijn vier hoofdoorzaken van aan alcoholgerelateerde sterfgevallen. Letsel door een auto-ongeluk of geweld is er één. Ziekten zoals levercirrose, kanker, hartkwalen en aandoeningen van de bloedsomloop zijn de andere.
Meermaals in de geschiedenis zijn mensen in opstand gekomen tegen de ongelijkheid van het leven en hebben ze geweigerd zich aan de beperkingen van wetten en geloofsovertuigingen te onderwerpen. Ze hebben vaak een periode van communisme en Rode Terreur doorgemaakt in de hoop uiteindelijk de perfecte staat te verwezenlijken. Hun leiders, aanvankelijk ongetwijfeld oprecht, omhelzen de utopische droom en verklaren zichzelf de vertolkers van zijn idealen, de beloofde gezanten van zijn zegeningen. Maar nu de materie voor de opstand rijp is en ze de verleidingen van de ontluikende macht niet kunnen weerstaan, ondergaan ze al snel die transformatie die de door de geschiedenis, vaak niet ten onrechte, vereenzelvigd wordt met demagogie, als ze falen, of met de autocratie, als ze slagen. In beide gevallen worden ze, met gebruikmaking van de elementen van verloochening in de maatschappij, apostelen van het geweld en verkondigen ze de theorie van de "creatieve vernietiging". Maar in plaats van een utopie te bouwen op de puinhopen die ze hebben geschapen, slagen ze er slechts in, zoals de geschiedenis laat zien, een andere regering op te zetten die, hoe legitiem en stevig haar fundamenten in theorie ook zijn, in de praktijk al snel despotischer en corrupter wordt.