Translation of "Traveling" in Dutch

- Tom likes traveling.
- Tom enjoys traveling.

Tom houdt van reizen.

Tom enjoys traveling.

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

I love traveling.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

I'm traveling light.

Ik reis licht.

He loves traveling.

Hij is dol op reizen.

- I am traveling to Spain.
- I'm traveling to Spain.

Ik ben op reis naar Spanje.

- I'm travelling alone.
- I'm traveling by myself.
- I'm traveling alone.

Ik reis alleen.

- I like traveling.
- I like to travel.
- I enjoy traveling.

Ik reis graag.

He's accustomed to traveling.

Hij is gewend om te reizen.

Be careful while traveling.

Wees voorzichtig tijdens het reizen.

Tom is often traveling.

Tom is vaak op reis.

We are traveling to Barcelona.

We reizen naar Barcelona.

Tom doesn't like traveling alone.

Tom houdt er niet van om alleen te reizen.

Sami is traveling in Egypt.

Sami reist in Egypte.

- Tom likes traveling.
- Tom likes to travel.
- Tom loves traveling.
- Tom loves to travel.

Tom houdt van reizen.

- I like traveling.
- I like to travel.
- I love to travel.
- I love traveling.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

- I like traveling.
- I love to travel.
- I love traveling.
- I do like travelling.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

He really likes traveling a lot.

Hij houdt er echt van om veel te reizen.

I started with two traveling companions.

Ik ben begonnen met twee medereizigers.

Traveling is a lot of fun.

Reizen is heel leuk.

"I like traveling." "So do I."

"Ik reis graag." "Ik ook."

- I'm travelling alone.
- I'm traveling alone.

Ik reis alleen.

She is traveling around the world.

- Ze reist om de wereld.
- Ze maakt een wereldreis.

- I travel light.
- I'm traveling light.

- Ik reis licht.
- Ik reis met weinig bagage.

- She is traveling around the world.
- She's traveling around the world.
- She's travelling around the world.

Ze reist om de wereld.

- I like traveling.
- I like to travel.

Ik hou van reizen.

The Tohoku district is worth traveling to.

Het district Tohoku is een bezoek waard.

- He loves traveling.
- He loves taking trips.

Hij is dol op reizen.

- I'm travelling alone.
- I'm traveling by myself.

Ik reis alleen.

He likes traveling and so do I.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

I had some interesting experiences while traveling.

Ik heb een aantal interessante ervaringen opgedaan tijdens de reis.

- Tom likes traveling.
- Tom likes going on trips.

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

I will be traveling in Europe next week.

Volgende week reis ik naar Europa.

- He has a great fancy for travelling.
- He loves traveling.
- He loves taking trips.
- He really likes traveling a lot.

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

- Do you like to travel?
- Do you like traveling?

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?

- Travelling is easy these days.
- Traveling is easy these days.

Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.

- I like traveling by train.
- I like travelling by train.

- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.

- I like traveling.
- I like to travel.
- I like travelling.

Ik reis graag.

- He has a great fancy for travelling.
- He loves traveling.

Hij is dol op reizen.

- I like to travel by train.
- I like traveling by train.

- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.

I spent more than three-quarters of my summer vacations traveling.

Ik bracht meer dan driekwart van mijn zomervakantie al reizend door.

- I like traveling.
- I like to travel.
- I love to travel.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

- He has a great fancy for travelling.
- He really likes traveling a lot.

- Hij houdt er echt van om veel te reizen.
- Hij houdt echt veel van reizen.

- My father likes traveling by air.
- My father loves to travel by plane.

Mijn vader reist graag met het vliegtuig.

- I prefer traveling by train to flying.
- I prefer travelling by train to flying.

- Ik reis liever met de trein dan met het vliegtuig.
- Ik reis liever per trein dan per vliegtuig.

- He likes traveling and so do I.
- He likes to travel. I do, too.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

- He has a great fancy for travelling.
- He loves traveling.
- He loves taking trips.

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

- I like to travel by train.
- I like traveling by train.
- I like travelling by train.

Ik vind het leuk om met de trein te reizen.

When I was traveling from Boston to Chicago, I met a nice girl on the plane.

Toen ik van Boston naar Chicago reisde, ontmoette ik een leuk meisje in het vliegtuig.

My father is from Greece and he met my mother when she was traveling to Germany.

Mijn vader komt uit Griekenland en leerde mijn moeder kennen toen zij naar Duitsland reisde.

- I like to travel by train.
- I like to ride on trains.
- I like traveling by train.

- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.

Traveling far by day, for the newborn calf, is exhausting. They must cover as much distance as possible while it's cool.

Overdag ver reizen is uitputtend voor het pasgeboren kalf. Ze moeten zo veel mogelijk afstand afleggen terwijl het koel is.

- Statistically speaking, flying in a plane is much safer than traveling by car.
- From a statistical point of view, a plane flight is much safer than a car trip.

Vanuit een statistisch oogpunt is een vliegtuigvlucht veiliger dan een trip met de auto.

- When you go abroad, it is useful to learn at least some polite phrases in the local language.
- When traveling abroad, it's helpful to learn at least a few chance words and phrases of your destination.

Wanneer je naar het buitenland gaat, is het nuttig om ten minste een paar beleefdheidsformules te leren in de plaatselijke taal.