Examples of using "Telegram" in a sentence and their dutch translations:
Wat is Telegram?
Heb je Telegram?
- Ik wil een telegram versturen.
- Ik wil een telegram verzenden.
Ik wil een telegram versturen.
Telegram is erg populair in de Esperantogemeenschap.
Ik wil dat je deze telegram onmiddellijk verstuurt.
Ik ontving een telegram dat mijn oom aangekomen was.