Examples of using "Sunny" in a sentence and their dutch translations:
Vandaag is het zonnig.
Vandaag is het zonnig.
Hier schijnt de zon.
Vandaag is het zonnig.
Het is een zonnige dag.
Het weer was gisteren zonnig.
Het was een mooie zonnige dag.
Het was zonnig en warm.
Zal er zon zijn morgen?
Het is altijd zonnig in Italiƫ.
Het is maandag en het is zonnig.
Het was een mooie zonnige dag.
Duitsland is geen zonnig land.
Is het weer op zaterdag zonnig?
We hebben weinig zonnige dagen gehad deze zomer.
Ik hoop ook op zonnig weer in het weekend.
Het zou mooi zijn dat de zon schijnt als ik kom.
Ver weg aan de andere kant van de zee ligt het zonnige land Italiƫ.
Op een zonnige dag in april ging ik wandelen.
Een lagedrukgebied, bewolkt met wind en zonnige intervallen, beslaat heel Scandinaviƫ.