Translation of "Prisoner" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Prisoner" in a sentence and their dutch translations:

- You're a prisoner.
- You are a prisoner.

Je bent een gevangene.

I'm a prisoner.

Ik ben een gevangene.

We have a prisoner.

We hebben een gevangene.

Is Tom a prisoner?

Is Tom een ​​gevangene?

She tortured a prisoner.

Ze martelde een gevangene.

The prisoner has escaped!

De gevangene is ontsnapt!

Tom was taken prisoner.

Tom werd gevangengenomen.

- The prisoner was set at liberty yesterday.
- The prisoner was set free yesterday.

De gevangene werd gisteren vrijgelaten.

The escaped prisoner is still at large.

De ontsnapte gevangene is nog steeds op vrije voeten.

The prisoner was set at liberty yesterday.

De gevangene werd gisteren vrijgelaten.

Nobody can deny that the prisoner is guilty.

Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.

- The king ordered that the prisoner should be set free.
- The king ordered the prisoner should be set free.

De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.

The prisoner dug a hole under the prison wall.

De gevangene heeft een gat onder de gevangenismuur door gegraven.

There is no denying that the prisoner is guilty.

Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.

The king ordered that the prisoner should be set free.

De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.

- He ordered them to release the prisoners.
- He ordered them to release the prisoner.

Hij beval hen om de gevangenen vrij te laten.

He was taken prisoner by its Christian king, Ella, who decided to inflict a terrible death

Hij werd gevangengenomen door zijn christelijke koning Ella, die besloot de beroemde Viking