Examples of using "Prisoner" in a sentence and their dutch translations:
Je bent een gevangene.
Ik ben een gevangene.
We hebben een gevangene.
Is Tom een gevangene?
Ze martelde een gevangene.
De gevangene is ontsnapt!
Tom werd gevangengenomen.
De gevangene werd gisteren vrijgelaten.
De ontsnapte gevangene is nog steeds op vrije voeten.
De gevangene werd gisteren vrijgelaten.
Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.
De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.
De gevangene heeft een gat onder de gevangenismuur door gegraven.
Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.
De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.
Hij beval hen om de gevangenen vrij te laten.
Hij werd gevangengenomen door zijn christelijke koning Ella, die besloot de beroemde Viking