Examples of using "Port" in a sentence and their dutch translations:
De schepen bereikten de haven.
- Ik hou van porto.
- Ik hou van port.
Het schip ligt in de haven.
Hamburg is de grootste haven van Duitsland en de derde grootste haven van Europa.
Kobe is beroemd om zijn haven.
Yokohama is een mooie havenstad.
Hij woont in een havenstad.
De haven is ijsvrij.
Het schip werd gelost in de haven.
Port Vila is de hoofdstad van Vanuatu.
Port Louis is de hoofdstad van Mauritius.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Ze veroverden de grote Belgische haven van Antwerpen.
Port-au-Prince is de hoofdstad van Haïti.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Port Moresby is de hoofdstad van Papoea-Nieuw-Guinea.
Ik verwar altijd bakboord met stuurboord.
Het schip verliet de haven en werd nooit meer gezien.
Port of Spain is de hoofdstad van Trinidad en Tobago.
Vroeger reden ze naar de Haven van Nagoya voor het weekend.
Eerst bereikte hij de Spaanse haven Valparaíso, waar hij Chileense wijn en goud meepakte.
Vanwege de storm kon het schip de haven niet verlaten.