Examples of using "Oldest" in a sentence and their dutch translations:
Tom is onze oudste.
Hij is de oudste zoon.
Tom is de oudste.
Wie is de oudste?
- Ik ben Toms oudste kind.
- Ik ben Tom zijn oudste kind.
Hij is de oudste.
Haar oudste zoon is niet getrouwd.
Mijn oudste broer is vrijgezel.
Haar oudste dochter ging trouwen.
Dit is het oudste restaurant van Boston.
Tom is onze oudste zoon.
Mary is onze oudste dochter.
Welke leeftijd heeft de oudste?
Haar oudste zoon is niet getrouwd.
Welke leeftijd heeft de oudste?
Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.
Ik ben de oudste van de drie.
Trier is de oudste stad van Duitsland.
Hoe oud is de oudste?
- Ik ben de tweede uit drie kinderen.
- Ik ben de tweede van drie kinderen
Maar de oudste broer kan zelf klimmen.
Mijn grootmoeder is de oudste van deze stad.
Nijmegen is de oudste stad van Nederland.
Hoe oud is de oudste persoon die je kent?
Ze is de oudste van de drie zussen.
- Hij is onbetwistbaar de oudste man in het dorp.
- Hij is zonder twijfel de oudste man in het dorp.
De oudste republiek in Europa heet San Marino.
Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.
Deze boom is de grootste en de oudste in dit bos.
Tom is waarschijnlijk niet de oudste persoon op kantoor.
Deze armzalige kerk is het oudste gebouw van ons land.
Onder leiding van het oudste vrouwtje houdt de kudde de kleintjes in beweging.
Napoleon was geschokt door dit verraad door een van zijn oudste kameraden.
Mijn jongste zus is lerares, mijn oudste dokter.
Uranus wordt door dichters beschouwd als de oudste der goden.
Hoe oud is uw oudste zoon?
- Ik ben de tweede uit drie kinderen.
- Ik ben de tweede van drie kinderen
Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.
De hedendaagse conservatief verricht een van de oudste moraalfilosofische oefeningen van de mens; namelijk het zoeken naar een superieure morele rechtvaardiging voor zelfzucht.