Translation of "Milan" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Milan" in a sentence and their dutch translations:

I'm from Milan.

Ik kom uit Milaan.

You work in Milan.

Je werkt in Milaan.

I work in Milan.

Ik werk in Milaan.

I live in Milan.

Ik woon in Milaan.

Milan is Italy's fashion capital.

Milaan is de modehoofdstad van Italiƫ.

Schalke are playing Inter Milan tonight.

Schalke speelt vanavond tegen Inter Milaan.

How long will your friend Jane stay in Milan?

Hoelang blijft je vriendin Jane nog in Milaan?

He wants me to go with him to Milan by train to visit a friend.

Hij wil met mij per trein naar Milaan reizen om een vriendin te bezoeken.

Protests also took place Friday across Europe and Asia, with organizers saying 200,000 people, mainly youths, joined a march in Milan and another 100,000 in Rome.

Ook op vrijdag kwam het overal in Europa en in Aziƫ tot protesten. De organisatoren spraken van 200.000 overwegend jongeren, die zich in Milaan bij een mars hadden aangesloten, en nog eens 100.000 in Rome.