Translation of "Laptop" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Laptop" in a sentence and their dutch translations:

Sami's laptop disappeared.

Sami's laptop verdween.

- I will give you a laptop.
- I'll give you a laptop.
- I'll give you a laptop computer.

Ik zal je een laptop geven.

I have a laptop.

Ik heb een laptop.

I need a laptop.

Ik heb een laptop nodig.

My laptop is broken.

Mijn laptop is kapot.

Mary opened her laptop.

Maria opende haar laptop.

- My laptop is running Linux.
- I'm running Linux on my laptop.

Mijn laptop draait Linux.

This laptop belongs to me.

Deze laptop is van mij.

I have an Asus laptop.

Ik heb een Asus laptop.

Can I borrow your laptop?

Kan ik jouw laptop lenen?

Which laptop do I need?

Welke laptop heb ik nodig?

My laptop is running Linux.

Mijn laptop draait Linux.

I need a new laptop.

Ik heb een nieuwe laptop nodig.

It's practical to have a laptop.

Het is handig om een laptop te hebben.

This laptop computer is very thin.

Deze laptop is heel dun.

Where did you put my laptop?

Waar heb je mijn laptop neergezet?

Tom forgot to bring his laptop.

- Tom vergat zijn laptop mee te nemen.
- Tom is vergeten zijn laptop mee te nemen.

Do you have your laptop with you?

Heb je je laptop bij je?

I sat down and opened my laptop.

Ik ging zitten en opende mijn laptop.

Tom closed his laptop and stood up.

Tom deed zijn laptop dicht en stond op.

- Tom opened his laptop.
- Tom opened his notebook.

Tom opende zijn laptop.

- How can you have a laptop and not a cell phone?
- How can you have a laptop, but no mobile?

Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje?

Mary keeps her laptop with her at all times.

Mary heeft altijd haar laptop bij zich.

"Why did you buy a new laptop?" "I couldn't resist!"

„Waarom heb je dan een nieuwe laptop gekocht?” ­— „Ik kon de verleiding niet weerstaan!”

Tom is angry because Mary borrowed his laptop without asking.

Tom is boos omdat Mary zijn laptop had geleend zonder te vragen.

And I opened up my laptop and I shared with him a book proposal

Ik startte m'n laptop op en liet hem een voorstel voor een boek zien

- I sat down and opened my notebook.
- I sat down and opened my laptop.

Ik ging zitten en opende mijn laptop.