Translation of "Opened" in Dutch

0.020 sec.

Examples of using "Opened" in a sentence and their dutch translations:

It opened.

Het opende.

I opened.

Ik opende.

- I opened a window.
- I have opened the window.
- I've opened the window.

Ik heb het raam geopend.

- Tom opened the refrigerator.
- Tom opened the fridge.

Tom opende de koelkast.

- Someone opened the door.
- Somebody opened the door.

Iemand heeft de deur opengedaan.

- Tom opened his laptop.
- Tom opened his notebook.

Tom opende zijn laptop.

- I opened the door.
- I opened the gate.

- Ik heb de poort opengedaan.
- Ik deed de poort open.
- Ik heb het hek opengedaan.
- Ik heb de deur van het hek opengedaan.

The door opened.

De deur ging open.

The window opened.

Het raam ging open.

Tom opened it.

Tom opende het.

Tom opened up.

Tom opende.

- I have opened the window.
- I've opened the window.

Ik heb het raam geopend.

- She opened the letter quickly.
- She quickly opened the letter.

Snel opende ze de brief.

New opportunities opened up:

opende dat nieuwe mogelijkheden:

The door opened automatically.

De deur ging automatisch open.

He opened the cages.

Hij opende de kooien.

She opened her eyes.

Ze deed haar ogen open.

Tom opened the curtains.

Tom opende de gordijnen.

Tom opened a window.

Tom opende een raam.

She opened his eyes.

- Zij deed zijn ogen opengaan.
- Zij opende zijn ogen.

He opened the door.

- Hij deed de deur open.
- Hij opende de deur.

I opened the door.

- Ik heb de deur opengedaan.
- Ik deed de deur open.

The kitchen door opened.

De keukendeur ging open.

She opened the door.

- Ze trok de deur open.
- Ze deed de deur open.
- Zij opende de deur.

I opened the window.

Ik deed het raam open.

Tom opened the beer.

Tom opende het bier.

Tom opened the box.

Tom opende de doos.

She opened a window.

Ze deed een raam open.

I opened the box.

Ik opende de doos.

Tom opened his mouth.

Tom opende zijn mond.

Tom opened the refrigerator.

Tom opende de koelkast.

Tom opened another beer.

Tom opende nog een biertje.

Tom opened a beer.

Tom opende een biertje.

I opened that box.

Ik heb die doos geopend.

I opened the trunk.

Ik opende de koffer.

I opened the doors.

- Ik deed de deuren open.
- Ik heb de deuren opengedaan.

I opened the closet.

Ik heb de kast geopend.

Mary opened her laptop.

Maria opende haar laptop.

Tom opened a pizzeria.

Tom opende een pizzeria.

I opened the bottle.

Ik opende de fles.

I opened the jar.

Ik opende de pot.

I opened the gate.

- Ik heb het hek opengedaan.
- Ik heb de deur van het hek opengedaan.

- The door opened by itself.
- The gate opened all by itself.

De deur ging vanzelf open.

He opened the bag's zipper.

Hij opende de rits van de tas.

Many new factories have opened.

Er zijn veel nieuwe fabrieken geopend.

She quickly opened the letter.

Snel opende ze de brief.

He opened his mouth wide.

Hij deed zijn mond wijd open.

The girl opened her umbrella.

Het meisje opende haar paraplu.

Tom opened all three letters.

Tom opende alle drie de brieven.

The chairman opened the meeting.

De voorzitter opende de vergadering.

I opened the door slowly.

Ik opende de deur langzaam.

He opened his own restaurant.

Hij opende zijn eigen restaurant.

Tom opened the pizza box.

Tom opende de pizzadoos.

Tom opened a new restaurant.

Tom opende een nieuw restaurant.

- I sat down and opened my notebook.
- I sat down and opened my laptop.

Ik ging zitten en opende mijn laptop.

This store is opened at eight.

Deze winkel opent om 8:00.

The bus driver opened the door.

De buschauffeur opende de deur.

Tom opened the door for her.

Tom opende de deur voor haar.

My mother carefully opened the door.

Mijn moeder deed de deur voorzichtig open.

I thought the key opened everything.

Ik dacht dat de sleutel alles kon openen.

Tom opened a can of worms.

Tom opende een blikje met wormen.

Tom opened the bottle of wine.

Tom opende de fles wijn.

I opened the box out of curiosity.

Ik heb de doos uit nieuwsgierigheid geopend.