Examples of using "Koko" in a sentence and their dutch translations:
Koko koos de boom.
Ze wilden Koko een nieuw troeteldier geven.
In 1972 begon Dr. Francine Patterson met gebarentaal aan Koko te leren.
Koko kan zelf geen gesproken taal gebruiken, maar ze houdt ervan naar gesprekken van mensen te luisteren.