Translation of "Intend" in Dutch

They intend to attack.

Ze zijn van plan aan te vallen.

I intend to wait.

Ik ben van plan te wachten.

What do you intend to do?

- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
- Wat had u gedacht te gaan doen?

Did you intend to kill Tom?

Had je het voornemen Tom te vermoorden?

I don't intend to be selfish.

Het is niet mijn bedoeling om zelfzuchtig te zijn.

We didn't intend to attack him.

Het was niet onze bedoeling hem aan te vallen.

I intend to become a lawyer.

Ik ben van plan advocaat te worden.

They intend to emigrate to New Zealand.

Ze zijn van plan om naar Nieuw-Zeeland te emigreren.

I don't intend to answer any questions.

Ik ben niet van plan eender welke vraag te beantwoorden.

I intend to show Tom these letters.

Ik ben van plan Tom deze brieven te laten zien.

I intend to see the project through.

Ik ben van plan het project door te zetten.

I intend on fighting till the end.

Ik zal vechten tot het einde.

I intend to go to Tom's concert.

Ik ben van plan om naar Toms concert te gaan.

I intend to stay there for a week.

Ik ben van plan er een week te blijven.

I intend to write a letter to Judy.

Ik ben van plan om een brief te schrijven naar Judy.

How long do you intend to keep complaining?

Hoelang ben je nog van plan te klagen?

Do you intend to do that by yourself?

Ben je van plan om dat zelf te doen?

I intend to stay in Australia with Tom.

Ik ben van plan om in Australië te blijven met Tom.

I intend to skip lunch for a week starting today.

Ik ben van plan om vanaf vandaag een week lang de lunch over te slaan.

Maybe I am unhappy, but I don't intend to kill myself.

Ik ben dan misschien ongelukkig, maar ik ben niet van plan zelfmoord te plegen.

- They intend to marry tomorrow.
- They plan to get married tomorrow.

Ze willen morgen gaan trouwen.

For the time being, I intend to stay at a hotel.

Voorlopig ben ik van plan in een hotel te blijven.

History will be kind to me, for I intend to write it.

De geschiedenis zal me goed gezind zijn, want ik ben van plan het te schrijven.

- What do you intend to do?
- What do you plan to do?

Wat ben je van plan om te doen?

- What do you intend to do?
- What do you plan to do?
- What're you planning to do?

- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?

- What do you intend to do?
- What do you want to do?
- What are you planning on doing?
- What're you planning to do?

- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?