Examples of using "Selfish" in a sentence and their dutch translations:
Je bent egoïstisch.
Ik ben egoïstisch.
U bent werkelijk egoïstisch.
Ze is irritant en egoïstisch.
Wat een egoïstische vrouw!
Tom is nogal egoïstisch.
- Tom zegt dat ik egoïstisch ben.
- Tom zegt dat ik zelfzuchtig ben.
Zij is een egoïstisch persoon.
Angelica Pickles is erg egoïstisch.
Het is niet mijn bedoeling om zelfzuchtig te zijn.
- Ik kan niet egoïstisch met je zijn.
- Ik kan niet zelfzuchtig met je zijn.
Misschien heb je wel gelijk, ik was egoïstisch.
Ik lees langzaam om terug te kunnen denken aan de Zelfzuchtige Reus,
Het is waar de ze leuk is, maar ze is egoïstisch.
Ik zou Tom niet als vriend willen, want hij is erg egoïstisch.
Oscar Wilde schreef het verhaal van 'De Zelfzuchtige Reus' in 1888.
Het was best egoïstisch van Tom om je de auto niet te laten gebruiken.