Examples of using "Gross" in a sentence and their dutch translations:
- Goor!
- Smerig!
- Vies!
- Walgelijk!
- Kras!
Dat is smerig.
- Goor!
- Smerig!
- Vies!
- Walgelijk!
- Kras!
Het is heel goor.
Dat is echt walgelijk.
Snorharen van ratten zijn walgelijk.
- Een gros is 144 eenheden.
- Een gros is 144 stuks.
Een gros is twaalf dozijn.
Het is een grove verdraaiing van de waarheid.
Beide zijn vrij smerig... ...maar slechts eentje kan me ziek maken.
Beide smaken vrij smerig... ...maar slechts eentje kan me ziek maken.