Translation of "Cheat" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Cheat" in a sentence and their dutch translations:

They cheat.

Ze spelen vals.

Don't cheat.

Niet kopiƫren.

Why did she cheat?

Waarom heeft ze vals gespeeld?

Did you cheat on me?

- Hebt u me bedrogen?
- Heb je me bedrogen?

- Don't deceive him.
- Don't cheat him.

Bedrieg hem niet.

Are you trying to cheat me?

Wil je mij in de maling nemen?

The man promised to no longer cheat.

De man beloofde om voortaan niet meer vreemd te gaan.

We all consider it wrong to cheat in exams.

We vinden het allemaal verkeerd om bij examens te spieken.

- Don't take him in.
- Don't deceive him.
- Don't cheat him.

Bedrieg hem niet.

If you cheat on me again, I definitely won't forgive you.

Als je me nog eens bedriegt, zal ik je dat beslist niet vergeven.