Examples of using "Cakes" in a sentence and their dutch translations:
Kinderen houden veel van koeken.
Mary houdt van taartjes.
Er waren twee taarten.
Ik eet graag blauwe taarten.
Ik hou ook van aardappel cakes.
Mary is erg goed in taarten bakken.
De verse aardbeien gingen als warme broodjes van de hand.
Mijn moeder weet hoe je taarten maakt.
- De kinderen houden echt veel van de koeken.
- Kinderen houden veel van koeken.
Kaartjes voor de wedstrijd van vandaag gingen als warme broodjes over de toonbank.
"Zijn er geen gebakjes meer over?" "Ik heb ze allebei opgegeten."
Ik hou ook van aardappel cakes.
Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.
Het boek van Tom over zijn leven met Maria ging als verse broodjes van de hand.
Ze is gek op cake.
Ik hoor dat er in de buurt van het station een lekkere banketbakker is geopend.