Examples of using "Cairo… " in a sentence and their dutch translations:
Caïro is veranderd.
Sami houdt van Caïro.
Caïro is de hoofdstad van Egypte.
Maria woont in Caïro.
Ik woon in Caïro.
Sami woont alleen in Cairo.
Sami verkoopt kamelen in Caïro.
Ik heb een paar vrienden in Cairo.
Sami reed van Caïro naar Alexandrië.
Sami verhuisde van Caïro naar Alexandrië.
Sami is een loodgieter uit Caïro.
Sami nam de sjahada af in Caïro.
Ging je naar Caïro of Alexandrië?
Mennad slaagde erin Caïro te bereiken in minder dan zes uur.
Het is voor mij een eer om in de tijdloze stad Caïro te zijn, en ik ben vereerd om door twee opmerkelijke instellingen te worden ontvangen. Al meer dan duizend jaar fungeert Al-Azhar als een baken van de islamitische leer en al meer dan een eeuw vormt de Universiteit van Caïro een drijvende kracht achter de vooruitgang in Egypte.