Examples of using "Atom" in a sentence and their dutch translations:
Wie heeft als eerste een atoom gesplitst?
Atoombommen zijn een gevaar voor de mensheid.
Een watermolecule bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom.
Elke watermolecule bestaat uit twee waterstofatomen, die gebonden zijn aan een zuurstofatoom.
De organisatieniveaus in de biologie kunnen in de volgende volgorde worden gerangschikt: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, systeem, organisme, populatie, gemeenschap, ecosysteem en biosfeer.