Examples of using "Split" in a sentence and their dutch translations:
Laten we opsplitsen!
Onthou je van enige muggenzifterij.
Laten we een salade delen.
- Laten we de rekening delen.
- Laten we de rekening splitsen.
Laten we het geld onder ons verdelen.
Tom heeft een gespleten persoonlijkheid.
Wie heeft als eerste een atoom gesplitst?
De Berlijnse Muur splitste Berlijn in tweeën.
Tom heeft een gespleten persoonlijkheid.
De dieven verdeelden hun buit.
Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.
Allereerst besluiten we wat er beslist moet worden, daarna verdelen wij ons in twee teams.
Het is onmenselijk hoe de Duitsers hun werkwoorden in stukken snijden. Een werkwoord heeft het in deze wereld al moeilijk genoeg om in één stuk te blijven. Het is ronduit barbaars om het te splitsen. Maar dat is precies wat die Duitsers doen. Ze nemen een deel van een werkwoord en leggen het hier neer, als een staak, nemen vervolgens het andere deel van het werkwoord en leggen het, als een andere staak, ginder aan de overkant en tussen die twee limieten scheppen ze nog maar een hoop Duits.