Examples of using "Ambition" in a sentence and their dutch translations:
Hij had ambitie.
Tom heeft ambitie.
dat ik haar ambitie en vastberadenheid fantastisch vond.
Zijn ambitie is om eerste te zijn.
Ik heb veel ambitie.
Hij had ambitie.
Hij had de ambitie om een groot politicus te worden.
Ze ontdekte haar ambitie om een groot wetenschapper te worden.
Toen hij een kind was, was het zijn ambitie om leraar Engels te zijn.