Examples of using "‘prince" in a sentence and their dutch translations:
De prins is knap.
- Je bent een prins, Tom.
- U bent een prins, Tom.
Tom is een prins.
De prins is aan het wachten.
Ik ben geen prins.
De prins moet dood.
Prins zal worden gemist.
De prins slachtte de draak af.
Prins Charles heeft grote oren.
Ik ben een Franse prins.
"De prins van de duisternis" wijst op Satan.
De prins wil een wit paard.
Er kwam een prins op een wit paard.
De prins leerde Engels van de Amerikaanse dame.
- Maria heeft haar prins op het witte paard gevonden.
- Maria heeft haar droomprins gevonden.
Ik heb het boek "De kleine prins" gelezen.
Port-au-Prince is de hoofdstad van Haïti.
Deze jongeman stamt af van een Russische prins.
De prins werd verliefd op de dochter van een houthakker.
Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.
- De prinses werd onmiddellijk op de prins verliefd.
- De prinses werd meteen verliefd op de prins.
- De prinses werd op slag verliefd op de prins.
Niettemin werd hij beloond met de titel 'Prins van Pontecorvo'.
nodigden Zweedse politici Bernadotte uit om kroonprins van Zweden te worden:
De koning vroeg het meisje om welke reden zij schreide.
Plotseling merkte de prins op dat zijn lijfwacht niet meer aan zijn zijde was.
Yaroslav de Wijze… en vervolgens naar Constantinopel, waar hij het bevel voerde over de Varangiaanse garde van
kroonprins Bernadotte Zweden naar de Zesde Coalitie en verklaarde hij de oorlog aan Frankrijk.
Ney werd beloond met de titel Prins van de Moskva en bleef gedurende 1813 dienen
toestemming, zelfs toen Bernadotte duidelijk maakte dat hij als kroonprins Zweedse belangen zou nastreven.
De meeste wortels waren ooit paars totdat de Nederlanders een oranje ras creëerden om de Prins van Oranje te eren.
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.