Translation of "Cake" in Turkish

0.026 sec.

Examples of using "Cake" in a sentence and their turkish translations:

- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.

O, keki sever.

Mag ik deze cake eten?

- O pastayı yiyebilir miyim?
- Bu pastayı yiyebilir miyim?
- Bu keki yiyebilir miyim?

Deze cake is erg zoet.

Bu kek çok tatlı.

Eet niet te veel cake.

Çok fazla kek yeme.

- Ze heeft voor mij een cake gebakken.
- Ze bakte een cake voor mij.

Bana bir pasta yaptı.

- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.

- Ben bir kek yapıyordum.
- Kek pişiriyordum.

Ze is echt gek op cake.

O, keki çok fazla sever.

Verdeel de cake tussen jullie drieën.

Pastayı aramızda üçe böl.

Ik was cake aan het bakken.

Aynı zamanda bir kek pişirdim.

Ze bakte een cake voor mij.

Benim için bir pasta yaptı.

Snij de cake met een mes.

Pastayı bir bıçakla kes.

Ik moet de cake even controleren.

Pastayı kontrol etmem gerekiyor.

Verdeel de cake onder u beiden.

Keki ikiniz arasında paylaştır.

Wil je nog een stuk cake?

Bir parça daha keke ne dersin?

De cake is in de keuken.

Pasta mutfakta.

Maria gaf Tom het eerste stukje cake.

Mary Tom'a ilk kek parçasını verdi.

Ik was een cake aan het bakken.

- Pasta yapıyordum.
- Kek pişiriyordum.

- Neem wat taart, alsjeblieft.
- Neem wat cake, alsjeblieft.

Lütfen pasta al.

Er is koffie en cake om vijf uur.

Saat beşte kahve ve kek olacak.

Mamma heeft voor mijn verjaardag een cake gebakken.

Annem doğum günüm için bir pasta yaptı.

Heb je de cake geprobeerd die Tom heeft gebakken?

Tom'un pişirdiği keki denedin mi?

- Wie heeft de taart verbrand?
- Wie heeft de cake verbrand?

Keki kim yaktı?

Ik hoop dat Tom een plakje cake voor me overlaat.

Umarım Tom bana da bir dilim pasta bırakır.

- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?

- Bir parça daha keke ne dersin?
- Bir parça daha kek ister misiniz?

Ze proefde van de cake om te zien of hij zoet genoeg was.

Onun yeterince tatlı olup olmadığını anlamak için kekin tadına baktı.

- Tom is een cake aan het bakken.
- Tom is een taart aan het bakken.

Tom pasta pişiriyor.

- Tom sneed de cake in twee stukken.
- Tom sneed de taart in twee stukken.

Tom pastayı ikiye böldü.

- Ik weet niet wie deze cake heeft gemaakt.
- Ik weet niet wie deze taart heeft gebakken.

Bu keki kimin yaptığını bilmiyorum.

Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.

Yaptığım pastayı yiyen sen değildin, kız kardeşindi.

- Hoeveel cake is er nog over?
- Hoeveel taart is er nog over?
- Hoeveel gebak is er nog over?

Ne kadar pasta kaldı?