Translation of "Bakken" in English

0.007 sec.

Examples of using "Bakken" in a sentence and their english translations:

Bakken is leuk.

Baking is fun.

Ik kan brood bakken.

I can bake bread.

Ze bakken een heerlijke pizza.

They bake a delicious pizza.

- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.

- I was making a cake.
- I was baking a cake.

- Tom is een cake aan het bakken.
- Tom is een taart aan het bakken.

Tom is baking a cake.

Ik was cake aan het bakken.

At the same time, I baked a cake.

Ik ben brood aan het bakken.

I am baking bread.

We weten dat mensen graag samen bakken

So we know that people like to bake together,

Ik was een cake aan het bakken.

I was making a cake.

Mary is erg goed in taarten bakken.

- Mary's very good at baking cakes.
- Mary is very good at baking cakes.

We plukten appels om een appeltaart te kunnen bakken.

We picked apples so we could make an apple pie.

- Ik ben brood aan het bakken.
- Ik bak brood.

- I am baking bread.
- I'm baking bread.

Als je hier was, zouden we samen koekjes bakken.

If you were here, we would bake cookies together.

Ik ga meteen een chocoladekoek bakken voor mijn vrouw.

I'm going to bake a chocolate cake for my wife right now.

Rare hittegolven die ons gaan bakken onder een brandende zon.

crazy heat waves that will cook us under a blazing sun.

Ik ben van plan een taart te bakken voor Maria's verjaardag.

I'm going to make a cake for Mary's birthday.

Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.

It's so hot outside, you could fry an egg.

- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.

- It is raining hard.
- It's raining cats and dogs.
- It's bucketing down.

We hebben meel, suiker en eieren nodig om deze taart te bakken.

We need flour, sugar and eggs to make this cake.

- Hij maakte patat.
- Hij maakte friet.
- Hij maakte frietjes.
- Tom was patat aan het bakken.

Tom was making French fries.

- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.

- It's raining cats and dogs.
- It's raining very hard.
- It is raining cats and dogs.
- It's lashing.
- It's pissing down.
- It's raining cats and dogs!

- Het regent dat het giet.
- Het hoost.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.
- Het is hard aan het regenen.
- Het regent enorm.

- It is raining hard.
- It is raining heavily.
- It's raining hard.