Translation of "Openen" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Openen" in a sentence and their spanish translations:

Voorzichtig openen.

- Abrí con cuidado.
- Abra con cuidado.

- Kun je het openen?
- Kunnen jullie het openen?
- Kunt u het openen?

- ¿Puedes abrirlo?
- ¿Puede abrirla?
- ¿Puede abrirlo?

- Kun je het venster openen?
- Kunt u het venster openen?

- ¿Puedes abrir la ventana?
- ¿Puede abrir la ventana?

Kunnen jullie het openen?

- ¿Podéis abrirla?
- ¿Podéis abrirlo?

Kun je het openen?

¿Puedes abrirla?

Laten we het openen.

Abrámoslo.

Kunt u het openen?

¿Puede abrirla?

Kun je het autoraam openen?

- ¿Podrías abrir la ventana del auto?
- ¿Podría usted abrir la ventana del automóvil?

Banken openen om negen uur.

- Los bancos abren a las nueve.
- Los bancos abren a las nueve de la mañana.

Kunt u het venster openen?

¿Puede abrir la ventana?

Kun je het venster openen?

¿Puedes abrir la ventana?

Mag ik een blikje openen?

¿Puedo abrir una lata?

Mag ik deze doos openen?

¿Puedo abrir esta caja?

Ik ging de deur openen.

Yo fui a abrir la puerta.

De rits wil niet openen.

- El cierre no quiere abrir.
- La cremallera no se quiere abrir.

Tom kon de deur niet openen.

Tom no pudo abrir la puerta.

Gelieve het venster niet te openen.

No abras la ventana, por favor.

Ik wil het venster niet openen.

Yo no quiero abrir la ventana.

We hopen in oktober te openen.

Esperamos abrir en octubre.

Hij probeerde de deur to openen.

Intentó abrir la puerta.

Ze vroeg mij het venster te openen.

Ella me pidió que abriera la ventana.

Ik vroeg Tom het raam te openen.

- Le pedí a Tom que abriera la ventana.
- Le pedí a Tom que abriese la ventana

- Wanneer gaan ze open?
- Wanneer openen ze?

¿Cuándo abren?

- Wil jij jouw eigen restaurant openen?
- Wil je je eigen restaurant openen?
- Wilt u uw eigen restaurant beginnen?

¿No quieres abrir tu propio restaurante?

Ze vroeg zich af welke deur ze moest openen.

Se preguntó a sí misma qué puerta debía abrir.

- Doe het raam open, alstublieft.
- Kun je het venster openen?

Abre la ventana, por favor.

Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?

- No puedo abrir la puerta. ¿Tenés la llave?
- No puedo abrir la puerta. ¿Tienes tú la llave?

Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.

Celebraron el éxito abriendo una botella de vino.

- Kun je het raam opendoen?
- Kun je het venster openen?

¿Puedes abrir la ventana?

Volgende maand zal er een nieuw filiaal in Chicago openen.

Una nueva filial se abrirá en Chicago el próximo mes.

- Kan ik mijn ogen opendoen?
- Kan ik mijn ogen openen?

¿Puedo abrir los ojos?

Door op deze knop te drukken zal het raam automatisch openen.

Presionando este botón se abrirá automáticamente la ventana.

We kunnen de vergadering niet openen voordat we het quorum bereikt hebben.

No podemos empezar la reunión hasta tener un quórum.

Wat zou er gebeuren als men de doos van Pandora zou openen?

- ¿Qué pasaría si la Caja de Pandora fuese abierta?
- ¿Qué ocurriría si se abriera la Caja de Pandora?

Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.

No tuve que abrir la carta. Sabía exactamente lo que decía.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.

Sadako quería seguir añadiendo, pero su boca ya no quería abrirse lo suficiente para formular las palabras.

Door mijn mond te openen op het verkeerde moment bracht ik voortdurend mijzelf en mijn vrienden in verlegenheid.

Por abrir mi boca en el momento inoportuno causé un continuo sentimiento de embarazo a mí y a mis amigos.

- Volgende maand zal er een nieuw filiaal in Chicago openen.
- Volgende maand wordt er een nieuw filiaal in Chicago geopend.

Una nueva filial se abrirá en Chicago el próximo mes.

- Kan je de deur voor mij openen?
- Kan je de deur voor mij opendoen?
- Kun je voor mij de deur opendoen?

¿Puedes abrirme la puerta?

- Kan je de deur voor mij openen?
- Kan je de deur voor mij opendoen?
- Kun je voor mij de deur opendoen?
- Kan je me naar buiten laten?
- Kun je me binnenlaten?

¿Puedes abrirme la puerta?