Translation of "Kip" in Spanish

- Dat is kip.
- Het is kip.

Esa es una gallina.

Kip, alstublieft.

Pollo, por favor.

Dat is kip.

Esa es una gallina.

Het is kip.

Eso es carne de gallina.

- Ze kocht een kip.
- Ze heeft een kip gekocht.

Ella ha comprado un pollo.

Mijn kip is hier.

Mi pollo está aquí.

Ik hou van kip.

Me gusta el pollo.

Ik eet vaak kip.

Como pollo con frecuencia.

Dat vlees is kip.

Esa carne es de pollo.

Ze heeft kip gekocht.

Ella compró pollo.

- Ik hou van kip.
- Ik hou van kippen.
- Ik ben gek op kip.
- Ik ben dol op kip.

- Me encanta el pollo.
- Me gusta el pollo.

Nou, dan neem ik kip.

- Pues, comeré pollo.
- Bueno, entonces quiero pollo.

De kip heeft vier eieren gelegd.

La gallina puso cuatro huevos.

Persoonlijk heb ik liever kip dan varkensvlees.

- En mi caso, prefiero el pollo al cerdo.
- Personalmente, prefiero el pollo a la carne de cerdo.

Een kalkoen is iets groter dan een kip.

Un pavo es un poco más grande que un pollo.

- Dit vlees is kippenvlees.
- Dat vlees is kip.

Esa carne es de pollo.

Wat kwam eerst: de kip of het ei?

¿Qué fue primero, el huevo o la gallina?

De tweede gang heeft kikkererwten, kip, vlees, worst en aardappel.

El segundo plato lleva garbanzos, pollo, carne, chorizo y patatas.

Wat was er het eerst: de kip of het ei?

¿Qué fue primero, el huevo o la gallina?

Ze maakt kip klaar op de manier die ik lekker vind.

Ella cocina el pollo como a mí me gusta.

Gebruik een keukenschaar om het vel van de kip te verwijderen.

Utiliza las tijeras de cocina para desollar el pollo.

Tom zegt dat hij een kip kan pluimen in minder dan tien minuten.

Tom dice que puede desplumar un pollo en menos de diez minutos.