Translation of "Vlees" in English

0.008 sec.

Examples of using "Vlees" in a sentence and their english translations:

- Vlees a.u.b.
- Vlees, alsjeblieft.
- Vlees, alstublieft.

Meat, please.

- Eet u vlees?
- Eet je vlees?

Do you eat meat?

Vlees a.u.b.

Meat, please.

- Dit vlees is kippenvlees.
- Dat vlees is kip.

That meat is chicken.

- Dit vlees is kippenvlees.
- Dit vlees is kip.

This meat is chicken.

Vlees of vis?

Meat or fish?

Voeg vlees toe.

Add meat.

Tom grillt vlees.

Tom is grilling meat.

Jij hebt vlees.

You have meat.

Zij eten vlees.

They eat meat.

Hij wil vlees.

He wants meat.

Vlees noch vis.

Neither fish nor fowl.

Eet je vlees?

Do you eat meat?

Ik eet vlees.

I eat meat.

Vlees is duur.

Meat is expensive.

Eet u vlees?

Do you eat meat?

Wij willen vlees.

We want meat.

Vlees is schaars.

- Meat's scarce.
- Meat is scarce.

Vlees bevat eiwitten.

Meat contains proteins.

Eet Tom vlees?

Does Tom eat meat?

Dit is vlees.

This is meat.

- Ze heeft het vlees gekookt.
- Ze kookte het vlees.

She cooked the meat.

- Ik houd van rood vlees.
- Ik hou van rood vlees.

I like red meat.

Hij houdt van vlees.

He has a taste for meat.

Amerikanen eten veel vlees.

Americans eat a lot of meat.

Het vlees is bevroren.

The meat is frozen.

Het vlees smaakt slecht.

The meat tastes bad.

Ik wil geen vlees.

I don't want meat.

Dit vlees is koosjer.

This meat is kosher.

Ik eet geen vlees.

I don't eat meat.

Ik eet nooit vlees.

I never eat meat.

Dit is goed vlees.

This is good meat.

Het vlees is gaar.

The meat is cooked.

Het vlees is rauw.

The meat is raw.

Ik zal vlees roosteren.

I'll roast meat.

Dit vlees is kippenvlees.

- That meat is chicken.
- This meat is chicken.

De hond wil vlees.

The dog wants meat.

Maria zoutte het vlees.

Maria salted the meat.

Het vlees is duur.

The meat is expensive.

Dit vlees rook verschrikkelijk.

This meat smelled awful.

We eten het vlees.

We eat the meat.

Het vlees ruikt verschrikkelijk.

The meat smells terrible.

Ik eet veel vlees.

- I eat a lot of meat.
- I eat too much meat.

Dat vlees is kip.

That meat is chicken.

Vlees kost veel tegenwoordig.

Meat is expensive nowadays.

Bevat dit gerecht vlees?

Does this food contain any meat?

Dit vlees snijdt gemakkelijk.

This meat cuts easily.

Dit vlees ruikt vies.

This meat smells bad.

Het vlees is taai.

The meat is tough.

Tom eet geen vlees.

Tom doesn't eat meat.

Dit vlees is kip.

This meat is chicken.

Ik eet weinig vlees.

I eat little meat.

- De hond heeft het vlees gevangen.
- De hond ving het vlees.

The dog caught the meat.

- Ik eet niet zo veel vlees.
- Ik eet niet veel vlees.

I don't eat much meat.

Vlees is het nieuwe tabak.

Meat is the new tobacco.

...dat het vlees verrot is.

that the meat is rotten!