Translation of "Antwoorden" in Spanish

0.012 sec.

Examples of using "Antwoorden" in a sentence and their spanish translations:

- Ik heb antwoorden nodig.
- Ik moet antwoorden hebben.

Necesito respuestas.

Kun je antwoorden?

¿Puedes contestar?

- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.

No hace falta que responda.

Hun antwoorden zijn geweldig.

Sus respuestas son asombrosas.

Ik weiger te antwoorden.

Me niego a responder.

Beide antwoorden zijn juist.

Ambas respuestas son correctas.

Kan iemand anders antwoorden?

¿Puede responder otra persona?

Zijn antwoorden waren dubbelzinnig.

Sus respuestas eran ambiguas.

Bedankt voor de antwoorden!

¡Gracias por las respuestas!

Wie weet de antwoorden?

¿Quién sabe las respuestas?

Ik moet antwoorden hebben.

Necesito respuestas.

De enige nuttige antwoorden zijn die antwoorden die nieuwe vragen oproepen.

Las únicas respuestas útiles son las que plantean nuevas preguntas.

Ik zal u morgen antwoorden.

Te responderé mañana.

Een mens zoekt altijd antwoorden.

Un hombre siempre busca respuestas.

De studenten konden niet antwoorden.

Los estudiantes no pudieron responder.

U hoeft niet te antwoorden.

No hace falta que responda.

- Ik kan niet antwoorden op die vraag.
- Op die vraag kan ik niet antwoorden.

No puedo responder a esa pregunta.

-- je hoeft niet hardop te antwoorden --

no hace falta que respondan en voz alta,

Ik zal binnen drie dagen antwoorden.

- Contestaré en tres días.
- Contestaré dentro de tres días.

Is er iemand die kan antwoorden?

¿Hay alguien que pueda responder?

Ze antwoorden niet op mijn telefoontjes.

Ellas no respondieron mis llamadas.

Een van de antwoorden is juist.

Una de las respuestas está correcta.

- Vergelijk jouw antwoorden met die van de professor.
- Vergelijk jouw antwoorden met die van de leraar.

Compara tus respuestas con las del profesor.

- Er bestaan geen domme vragen, alleen domme antwoorden.
- Er zijn geen domme vragen, alleen domme antwoorden.

No hay preguntas estúpidas, sólo respuestas estúpidas.

Een van die twee antwoorden is goed.

Una de esas dos respuestas es correcta.

Hij weet niet hoe hij moet antwoorden.

No sabe cómo responder.

Hoeveel tijd heb ik om te antwoorden?

¿Cuánto tiempo tengo para responder?

Op die vraag kan ik niet antwoorden.

No puedo responder a esta pregunta.

En dat ik zelfs iets wist te antwoorden.

y es más, yo sabía qué responderle.

Er zijn geen domme vragen, alleen domme antwoorden.

No hay preguntas estúpidas, sólo respuestas estúpidas.

Het is moeilijk op uw vraag te antwoorden.

Es difícil responder a tu pregunta.

Vergelijk jouw antwoorden met die van de leraar.

Compara tus respuestas con las del profesor.

Zelfs een kind kan op die vraag antwoorden.

Incluso un niño puede responder a esa pregunta.

Alle antwoorden moeten worden opgeschreven volgens de instructies.

Todas las respuestas deben escribirse siguiendo las instrucciones.

En het proberen om antwoorden en oplossingen te vinden

y el tratar de proporcionar respuestas y soluciones

Zo hoor je niet te antwoorden aan je ouders.

No deberías responder así a tus padres.

Je zal verschillende antwoorden krijgen van verschillende mensen hierover...

Cada quien te dará una respuesta diferente,

Al die stemmen hebben de gewenste antwoorden op hun vragen,

Todas estas voces tienen las respuestas a las preguntas que necesitan,

Je hoeft niet te antwoorden als je dat niet wilt.

No tienes que contestar si no quieres.

Ik wist niet hoe ik op haar vraag moest antwoorden.

Yo no sabía cómo responder a su pregunta.

We vroegen hen ook aan te geven hoe zeker ze waren van hun antwoorden.

También pedimos que calificaran que tan confiados estaban en sus respuestas.

Ik beloof niet dat ik zal antwoorden, maar je kunt me een berichtje zenden.

No te prometo que vaya a responder, pero me podéis mandar un mensaje.

- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom geeft u geen antwoord?
- Waarom geven jullie geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Waarom antwoordt u niet?
- Waarom antwoorden jullie niet?

¿Por qué no respondes?

Ik krijg, per brief of mondeling, veel vragen over het een of ander onderwerp, en ik dacht er dikwijls aan, dat het spijtig is de antwoorden niet te publiceren.

Recibo muchas preguntas por correo o habladas sobre este u otro punto, y a menudo pienso que es una lástima no publicar las respuestas.

Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag. Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over de "Internationale Taal".

¿Es posible dar la fecha en que nació un idioma? Uno tendería a decir "¡Pero qué pregunta es esa!". Y sin embargo una fecha así existe: 26 de julio, el día del esperanto. En ese día en 1887 apareció en Varsovia un folleto de Ludwik Lejzer Zamenhof acerca de una "Lengua Internacional".