Translation of "Kaarsen" in Russian

Zijn dit kaarsen?

Это свечи?

Jij hebt kaarsen gekocht.

- Ты купил свечи.
- Ты купил свечки.

Blaas de kaarsen uit.

- Задуй свечи.
- Задуйте свечи.

Steek de kaarsen aan.

- Зажги свечи.
- Зажгите свечи.

- Heb je kaarsen?
- Heb je kaarsjes?
- Hebben jullie kaarsen?
- Hebben jullie kaarsjes?
- Heeft u kaarsen?
- Heeft u kaarsjes?

- У тебя свечи есть?
- У вас свечи есть?

De kaarsen verlichtten de kamer.

Свечи осветили комнату.

Ken stak de kaarsen aan.

Кен зажёг свечи.

Tom heeft de kaarsen uitgeblazen.

Том задул свечи.

Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart.

Пожалуйста, поставьте свечи на торт ко дню рождения.

Tom stak kaarsen aan in zijn kamer.

- Том зажигал свечи у себя в комнате.
- Том зажигал свечи в своей комнате.
- Том зажигал свечи в его комнате.
- Том зажигал свечи в её комнате.

Hij blies de kaarsen op de taart uit.

Он задул свечи на торте.

- Tom heeft de kaarsen uitgeblazen.
- Tom heeft de kaars uitgeblazen.

Том задул свечу.