Translation of "Flauw" in Polish

Ik viel flauw.

- Zemdlałem.
- Zemdlałam.

Tom viel flauw.

Tom zemdlał.

Tom viel bijna flauw.

Tom prawie zemdlał.

- Ze vielen flauw.
- Zij vielen flauw.
- Ze zijn flauwgevallen.
- Zij zijn flauwgevallen.

- Oni zemdleli.
- One zemdlały.

Ik heb geen flauw benul.

Nie mam pojęcia.

Ik heb geen flauw idee.

Nie mam najmniejszego pojęcia.

- Ik heb geen flauw benul.
- Geen idee.
- Ik heb geen flauw idee.
- Ik heb niet het minste idee.

Nic nie przychodzi mi do głowy.

Ik heb geen flauw idee hoe ik moet golfen.

Nie mam zielonego pojęcia jak grać w golfa.

Ik heb geen flauw idee waarom het zo is.

Nie mam pojęcia, dlaczego tak jest.

Ze viel bijna flauw toen ze het bloed zag.

Gdy ujrzała krew, była bliska omdlenia.