Translation of "Uitnodigen" in German

Mag ik u uitnodigen?

- Darf ich bitten?
- Darf ich Sie einladen?

Je mag uitnodigen wie je wilt.

- Du kannst einladen, wen du willst.
- Du kannst jede Person einladen, die du magst.

Je mag iedereen uitnodigen die je wenst.

Du darfst einladen, wen du willst.

Mag ik je voor de lunch uitnodigen?

Darf ich dich zum Mittagessen einladen?

Wie wil je nog uitnodigen voor het feest?

Wen willst du noch zur Party einladen?

Ik vraag mij af, wie ik zou uitnodigen.

Ich frage mich, wen ich einladen soll.

'De goden zullen me binnen uitnodigen, in de dood is er geen zuchten.

'Die Götter werden mich einladen, im Tod gibt es kein Seufzen.

Als mijn huis een herenhuis was, zou ik iedereen die ik ken uitnodigen voor mijn verjaardagsfeest.

Hätte ich kein Haus, sondern ein Herrenhaus, lüde ich alle, die ich kenne, zu meiner Geburtstagsfeier ein.