Translation of "Immuun" in German

Ik ben immuun.

Ich bin immun.

Ik ben immuun voor pokken.

Ich bin gegen Pocken immun.

Al onze kinderen zijn tegen de mazelen immuun.

Alle unsere Kinder sind gegen Masern immun.

En ik werd immuun voor meningen waar ik het misschien niet mee eens was --

mich immun gegen Standpunkte machten, denen ich nicht unbedingt zustimmte,

Ney was niet alleen een instinctieve tacticus, en blijkbaar immuun voor angst of vermoeidheid…

Ney war nicht nur ein instinktiver Taktiker und anscheinend immun gegen Angst oder Müdigkeit.

En deze personen kunnen op hun beurt ook alleen maar mensen besmetten die niet immuun zijn.

Diese wiederum können es auch nur an andere nicht-immune Menschen weitergeben.

Dus hoe meer mensen die immuun zijn, hoe meer we mensen kunnen beschermen die vatbaarder zijn voor het virus.

Je mehr immunisierte Menschen es gibt, desto besser sind Gefährdete geschützt.