Translation of "Hemd" in German

Hemd uit!

Hemd ausziehen!

Ik moet mijn hemd strijken.

Ich muss mein Hemd bügeln.

Het hemd moet worden gestreken.

Das Hemd muss gebügelt werden.

Dit hemd kost tien dollar.

Dieses Hemd kostet zehn Dollar.

Hij had zijn hemd binnenstebuiten aan.

Er trug sein Hemd verkehrt herum.

Mijn hemd is nog niet droog.

Mein Hemd ist noch nicht trocken.

Tom draagt zelden zijn zwart hemd.

Tom hat selten sein schwarzes Hemd an.

Hoe kom je aan dat hemd?

- Woher hast du denn das Hemd?
- Woher haben Sie denn das Hemd?

- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.

Dieses Hemd muss gebügelt werden.

Hij heeft altijd een blauw hemd aan.

Er trägt immer blaue Hemden.

Het hemd is nader dan de rok.

Das Hemd ist näher als der Rock.

Ze zette me voor mijn vrienden in mijn hemd.

Sie hat mich vor meinen Freunden in Verlegenheit gebracht.

- Hij heeft een zwart hemd.
- Hij heeft een zwart overhemd.

Er hat ein schwarzes Hemd.

- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.

- Tom zog sein Hemd aus.
- Tom legte sein Hemd ab.

- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet gestreken worden.

Dieses Hemd muss gebügelt werden.

- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.

Dieses Hemd muss mal gebügelt werden.

Uw hemd is niet goed gestreken en niet wit genoeg.

Ihr Hemd ist nicht richtig gebügelt und nicht weiss genug.

Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.

Ich würde gerne dieses Hemd umtauschen, das ich gestern gekauft habe.

Ik zou dit hemd willen inruilen, dat ik gisteren gekocht heb.

Ich würde gerne dieses Hemd umtauschen, das ich gestern gekauft habe.

Ik denk dat het tijd is om dit hemd te wassen.

Ich denke, es ist Zeit, dass ich dieses Hemd wasche.

- Mijn shirt is oranje.
- Mijn hemd is oranje.
- Mijn overhemd is oranje.

Mein Hemd ist orange.

- Vind je mijn nieuwe shirt leuk?
- Vind je mijn nieuw hemd leuk?

- Gefällt dir mein neues Hemd?
- Gefällt euch mein neues Hemd?
- Gefällt Ihnen mein neues Hemd?

- Hij heeft altijd een blauw hemd aan.
- Hij draagt altijd een blauwe shirt.

- Er hat immer ein blaues Hemd an.
- Er trägt immer ein blaues Hemd.

Tom wilde het hemd niet dragen dat zijn moeder hem voor Kerstmis had gegeven.

Tom wollte das Hemd nicht tragen, das ihm seine Mutter zu Weihnachten geschenkt hatte.

- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.

- Tom zog sein Hemd aus.
- Tom hat sein Hemd ausgezogen.

- Tom heeft geen shirt aan.
- Tom heeft geen hemd aan.
- Tom heeft geen overhemd aan.

Tom trägt kein Hemd.

- Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.
- Ze zette me voor mijn vrienden in mijn hemd.

- Sie hat mich vor meinen Freunden blamiert.
- Sie hat mich vor meinen Freunden in Verlegenheit gebracht.

- Zij heeft mij een shirt gegeven.
- Ze heeft me een hemd gegeven.
- Ze heeft me een overhemd gegeven.

Sie hat mir ein Hemd gegeben.